Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Waarom [1]zouden van den Almachtige [2]de tijden niet [3]verborgen zijn, dewijl zij, [4]die Hem kennen, [5]Zijn dagen niet zien? 1. De zin is, zo God van het begin der wereld af de bozen hier altijd heeft gestraft, gelijk Elifaz boven, hfdst.22 vs.15,16, gezegd heeft, dat zou openbaar gebleken zijn; maar het is niet gebleken, want het belieft God de tijden zijner straffen te verbergen. Zo is dan het zeggen van Elifaz onvast. 2. Dat is, de straffen, die op zekere tijden, van God bestemd, over de bozen gezonden worden. 3. Te weten, voor de mensen. Zie Hand.1:7. 4. Welke zijn de ware gelovigen en godvrezenden. 5. Te weten, in welke God hier de goddelozen straft. Zo wordt de dag des Heeren genomen voor den dag in welken Hij zijn oordelen uitvoert; Jes.2:12, en Jes.13:6; Jer.46:10; Joel 2:11. Vergelijk boven, hfdst.20 vs.28; Spreuk.6:34, en Spreuk.11:4, waar zij genoemd zijn dagen van Gods toorn, wraak en verbolgenheid. Sommigen nemen het in het algemeen van de dagen der vergelding over goeden en kwaden.